CSRD Waardeketen: Informatie opvragen bij je waardeketen

Grote bedrijven die onder de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) vallen, moeten voldoen aan strikte rapportage eisen om hun duurzaamheidsprestaties te rapporteren. Hierbij is informatie van hun MKB leveranciers essentieel om een volledig beeld te geven van hun waardeketen.

De ESRS en de EFRAG IG 2 geven richtlijnen over welke informatie je mag opvragen en hoe je dit moet aanpakken. Dit zorgt ervoor dat je de juiste duurzaamheidsinformatie verzamelt zonder je MKB leveranciers te overbelasten. In dit artikel lees je wat de wet- en regelgeving en de bijbehorende richtlijnen precies voorschrijven en hoe je dit praktisch kunt toepassen.


Doel en belang van de EFRAG IG 2

De EFRAG IG 2 richtlijn is speciaal ontworpen om bedrijven te helpen bij het identificeren, beoordelen en rapporteren van materiële invloeden, risico's en kansen (IRO's) binnen hun waardeketen. Dit omvat niet alleen directe zakelijke relaties, maar ook indirecte relaties die significant kunnen bijdragen aan de duurzaamheidsimpact van de onderneming. Het primaire doel is om transparantie en verantwoording te verbeteren door een gedetailleerde kijk te bieden op de gehele waardeketen, van leveranciers tot klanten.

De CSRD vereist dat grote bedrijven rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties volgens gedetailleerde richtlijnen, zoals vastgelegd in de European Sustainability Reporting Standards (ESRS). Dit houdt ook in dat zij informatie moeten verzamelen over hun waardeketen, inclusief hun MKB leveranciers. Een voorbeeld hiervan is hoe Albert Heijn jaarlijks zijn leveranciers vraagt om hun scope 1,2 en 3 emissies te melden. De regelgeving erkent de uitdagingen die kleine en middelgrote ondernemingen (MKB) kunnen ondervinden bij het verstrekken van uitgebreide duurzaamheidsinformatie. Daarom zijn er bepaalde grenzen en richtlijnen opgesteld om een evenwicht te vinden tussen de noodzaak voor informatie en de capaciteiten van MKB's.


Hoofdzaken van de EFRAG IG 2

De openbaarmaking van informatie over de waardeketen is vereist in twee stappen: (I) het materialiteitsbeoordelingproces en (II) de uitkomst van de materialiteitsbeoordeling.

I. Materialiteitsbeoordelingsproces

In de eerste stap moeten bedrijven tijdens het materialiteitsbeoordelingsproces alle relevante informatie over hun waardeketen verzamelen en analyseren. Bedrijven moeten vaststellen waar binnen hun waardeketen materiële IRO's zich waarschijnlijk zullen voordoen, rekening houdend met geografische, sector specifieke en operationele factoren. Dit helpt bedrijven om te focussen op de meest kritieke punten die hun duurzaamheidsprestaties beïnvloeden.

Ze moeten bepalen welke onderdelen van hun waardeketen – zowel upstream (leveranciers) als downstream (distributiekanalen en klanten) – significant bijdragen aan hun duurzaamheidsprestaties. Hierbij moeten bedrijven rekening houden met milieu-, sociale en governance-factoren (ESG) die van invloed kunnen zijn op hun gehele waardeketen. Het doel is om de kritieke punten binnen de waardeketen te identificeren die materiële invloed hebben op de bedrijfsvoering en het duurzaamheidsprofiel van de onderneming.

II. Uitkomst van de materialiteitsbeoordeling

De tweede stap betreft de openbaarmaking van de uitkomsten van deze materialiteitsbeoordeling. Bedrijven moeten duidelijk rapporteren welke materiële invloeden, risico's en kansen zij hebben geïdentificeerd binnen hun waardeketen. Dit omvat een gedetailleerde beschrijving van de geïdentificeerde kritieke punten en hoe deze de duurzaamheidsprestaties van het bedrijf beïnvloeden. Bovendien moeten bedrijven aangeven welke maatregelen zij nemen om deze materiële kwesties aan te pakken en welke doelen zij hebben gesteld om de duurzaamheid van hun waardeketen te verbeteren.

Gebruik van oergangsbepalingen

Gedurende de eerste drie jaar van rapportage onder de ESRS kunnen bedrijven gebruik maken van overgangsbepalingen. Dit houdt in dat ze mogelijk nog niet alle benodigde gegevens over hun waardeketen beschikbaar hebben en dus gebruik mogen maken van schattingen of secundaire data totdat ze volledige toegang tot de vereiste informatie hebben. Dit biedt een flexibele aanpak voor bedrijven die nog in de beginfase van hun duurzaamheidsrapportage zitten.

Vermelding in beleids-, actie- en doelrapportages

Bij het rapporteren van beleidsmaatregelen, acties en doelen moeten bedrijven duidelijk maken hoe deze gericht zijn op materiële IRO's binnen hun waardeketen. Als deze informatie ontbreekt, moeten bedrijven expliciet aangeven waarom dit het geval is. Dit bevordert transparantie en verantwoordelijkheid in de duurzaamheidsrapportage.


Reikwijdte en structuur van de EFRAG IG 2

De EFRAG IG 2 richtlijn is relevant voor zowel grote beursgenoteerde ondernemingen als niet-beursgenoteerde bedrijven die onder de CSRD vallen. De richtlijn biedt algemene en gedetailleerde vereisten voor waardeketen rapportage en bevat een overzichtskaart van de waardeketen, veelgestelde vragen (FAQ's) en specifieke richtlijnen voor het rapporteren van IRO's.


Implementatie en gebruik van de EFRAG IG 2

Voor een effectieve implementatie moeten bedrijven nauw samenwerken met hun stakeholders om betrouwbare data te verzamelen en te rapporteren over hun waardeketen. Dit kan uitdagend zijn, vooral in gevallen waar directe toegang tot gegevens beperkt is. In zulke gevallen wordt bedrijven aangeraden om redelijke inspanningen te leveren en, indien nodig, schattingen te gebruiken die gebaseerd zijn op beschikbare sectorgegevens of andere betrouwbare secundaire bronnen. De richtlijn biedt praktische voorbeelden en stapsgewijze handleidingen voor het verzamelen en rapporteren van de benodigde informatie.


Grenzen en richtlijnen voor informatie opvraag

Bij het opvragen van informatie moeten grote bedrijven rekening houden met de beperkte middelen en capaciteit van MKB's. Hier zijn enkele belangrijke punten om in gedachten te houden:

  • Proportionaliteit en relevantie: Zorg ervoor dat de gevraagde informatie direct verband houdt met de duurzaamheidsdoelen en verplichtingen van het bedrijf.
  • Materialiteitsprincipe: Vraag alleen duurzaamheidsaspecten op die materieel zijn voor de bedrijfsvoering en impact van het grote bedrijf.
  • Vermijd administratieve lasten: Minimaliseer de administratieve lasten voor MKB's door gestandaardiseerde vragenlijsten en rapportage formaten te gebruiken.
  • Vertrouwelijkheid en bescherming van bedrijfsinformatie: Bescherm de vertrouwelijkheid van de informatie die wordt opgevraagd.


Voorbeeld van informatieverzameling

Een groot bedrijf in de kledingindustrie kan bijvoorbeeld een gestandaardiseerde vragenlijst gebruiken om informatie te verzamelen over specifieke duurzaamheidsaspecten zoals watergebruik, afvalbeheer en energieverbruik van hun MKB leveranciers. Deze vragenlijst is afgestemd op de capaciteit van de MKB leverancier en richt zich op de meest relevante en materiële duurzaamheidsprestaties.


CSRD aanpak

De CSRD en ESRS streven naar een balans tussen de informatiebehoeften van grote bedrijven en de capaciteiten van MKB's. Door het principe van proportionaliteit, materialiteit en het minimaliseren van administratieve lasten kunnen grote bedrijven de noodzakelijke duurzaamheidsinformatie verkrijgen zonder onnodige druk te leggen op hun MKB leveranciers.


Ben Jij Klaar voor de CSRD Uitdagingen?

Neem contact op voor een voorstel op maat
en persoonlijke begeleiding in jouw duurzaamheidstraject.


Wil je meer gedetailleerde begeleiding en ondersteuning bij het implementeren van de CSRD? Neem dan contact op of vraag een offerte aan. We bieden deskundige hulp bij elke stap van het proces.