Overeenkomsten en verschillen tussen SBTi en de CO2-prestatieladder: wat is het en wat is de toegevoegde waarde SBTi voor de CO₂-prestatieladder?
Inleiding
De CO₂-prestatieladder is een duurzaamheidsinstrument dat bedrijven en overheden helpt bij het verminderen van hun CO₂-uitstoot. Het fungeert zowel als een CO₂-managementsysteem als een aanbestedingsinstrument en is gebaseerd op vier pijlers: Inzicht, Reductie, Transparantie en Participatie.
Overeenkomend met de CO₂-prestatieladder is het Science Based Targets initiatief (SBTi) opgezet voor het verminderen van de CO₂ uitstoot van organisaties. De SBTi focust zich op het stimuleren van actie binnen de private sector. Het doel is het realiseren van ambitieuze klimaatactie bij bedrijven om zo de weg te leiden naar een netto-nul-economie.
Maar hoe werkt dit precies? En zijn er meer overeenkomsten met de CO₂-prestatieladder? In deze blog gaan we in op de overeenkomsten en verschillen tussen de twee systemen en kijken we naar hoe je dit als organisatie in de praktijk kan gebruiken.
Wat is het SBTi?
Het SBTi is een bedrijfs-klimaatactie organisatie die ‘best practices’ definieert voor wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen. Het SBTi is opgericht als een liefdadigheidsinstelling in het Verenigd Koninkrijk. De partnerorganisaties die de groei en ontwikkeling van SBTi hebben ondersteund, zijn CDP, het United Nations Global Compact, de We Mean Business Coalition, het World Resources Institute (WRI) en het Wereld Natuur Fonds (WWF). De doelstellingen geven organisaties inzicht in de omvang en snelheid waarmee ze de uitstoot van hun broeikasgassen moeten verminderen om de meest ernstige effecten van klimaatverandering tegen te gaan. Deze doelstellingen moeten in lijn zijn met het Klimaatakkoord van Parijs, opgesteld in 2015: een internationaal verdrag met als doel de opwarming van de aarde beperken tot ruim onder de 2 graden Celsius.
Het Science Based Targets-initiatief (SBTi):
1. definieert en promoot best practices in emissiereducties en netto-nul doelen in lijn met de klimaatwetenschap
2. ontwikkelt standaarden, tools en richtlijnen
3. beoordeelt en valideert de doelen van bedrijven en financiële instellingen
Het SBTi-traject begint met het opstellen van een volledige broeikasgasemissies inventaris voor scope 1, 2 en 3 in lijn met het GHG-protocol. Dit vormt de basis voor het opstellen van de doelstellingen. Vervolgens kan de organisatie een korte termijn doelstelling (5-10 jaar) en een lange termijn doelstelling (in lijn met de wereldwijde net-zero standaard) opstellen en deze laten valideren. Wanneer de doelen van een organisatie zijn goedgekeurd moeten de doelstellingen worden gecommuniceerd, moeten de emissies jaarlijks worden gepubliceerd en moet de voortgang voor het behalen van de doelen worden gemonitord.
Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen SBTi en de CO₂-prestatieladder?
De SBTi-richtlijnen en de CO₂-prestatieladder zijn beide instrumenten die organisaties helpen hun CO₂-uitstoot te verminderen, maar ze hebben nog meer overeenkomsten. Allereerst is er de verplichting voor het opstellen (en communiceren) van een doelstelling. Daarnaast wordt er bij beide verwacht dat organisaties hun CO₂-uitstoot meten, transparant rapporteren en communiceren over hun voortgang. Verder nemen beide instrumenten het GHG-protocol als uitgangspunt bij het opstellen van een CO₂-emissieinventaris. Dit is een internationaal erkend raamwerk voor het berekenen van broeikasgasemissies.
Naast overeenkomsten zijn er ook verschillen. Een verschil tussen de twee is dat het SBTi op dit moment (nog) geen doelstellingen beoordeelt voor steden, lokale overheden, instellingen in de publieke sector, onderwijsinstellingen of non-profitorganisaties. Bij de CO₂-prestatieladder kunnen deze organisaties wel gecertificeerd worden. In tegenstelling tot de SBTi, kunnen bedrijven die gecertificeerd zijn volgens de CO₂-prestatieladder een gunningvoordeel krijgen bij aanbestedingen. Hoewel SBTi zelf geen direct aanbestedingsvoordeel biedt, kan het behalen van SBTi-doelen wel bijdragen aan een positieve reputatie, besparing of energiekosten en concurrentievoordeel. Aan de andere kant focust de SBTi zich op alle broeikasgassen, terwijl de CO₂-prestatieladder op dit moment alleen nog van organisaties vraagt om hun CO₂ uitstoot op te nemen. Met de komst van Handboek 4.0 gaat dit waarschijnlijk veranderen. Het rapporteren over overige broeikasgassen, naast koolstofdioxide, zoals Methaan (CH4), wordt waarschijnlijk verder uitgewerkt in handboek 4.0. Verder moeten organisaties die zich committeren aan het SBTi doorgaans een uitgebreider beeld van hun scope 3-emissies in kaart brengen dan organisaties die certificeren voor de CO₂-prestatieladder. In het huidige handboek van de CO₂ prestatieladder, 3.1, hoeven organisaties op niveau 3 alleen over hun scope 1 en 2 en business travel emissies te rapporteren. Een laatste verschil is dat SBTi verwacht dat organisaties een korte en lange termijn doelstelling opstellen, waar de CO₂-prestatieladder alleen om een korte-termijn doelstelling vraagt. Ook hierin komt waarschijnlijk verandering bij Handboek 4.0, die waarschijnlijk meer in lijn getrokken zal worden met de eisen van de SBTi.
SBTi en Handboek 4.0
Begin 2024 zal naar alle waarschijnlijkheid Handboek 4.0 van de CO₂-prestatieladder worden gepubliceerd door de SKAO, wat meerdere veranderingen met zich meebrengt. Als je meer wil weten over Handboek 4.0 kan je hier het blog lezen waar we ingaan op de nieuwe ontwikkelingen. Als we kijken naar het SBTi en de CO₂-prestatieladder zijn er een paar (verwachtte) veranderingen die belangrijk zijn om te benoemen.
In Handboek 4.0 zal er meer focus komen op scope 3 emissies: de CO₂-uitstoot die voortkomt uit indirecte emissies die plaatsvinden in de waardeketen van de organisatie. Bovendien zal het nieuwe Handboek organisaties ook verplichten dat zij naast hun CO₂-uitstoot ook de uitstoot van andere broeikasgassen inzichtelijk maken. Binnen SBTi is er al meer aandacht voor scope 3 emissies en wordt er al langer gefocust op een volledige inventarisatie van alle relevante broeikasgassen.
Verder is het belangrijk om te benoemen dat een van de verwachtingen is dat Handboek 4.0 van organisaties gaat vragen om een klimaattransitieplan op te stellen. Het vormen van dit transitieplan zal waarschijnlijk inhouden dat zij naast korte termijn doelen, ook lange termijn doelen moeten gaan opstellen. Het is niet bekend vanaf welke trede dit verplicht wordt en hoe het er dan precies uit gaat zien, maar dit lijkt overeen te komen met de lange termijn doelen van het SBTi.
Toegevoegde waarde SBTi voor de CO₂-prestatieladder
De SBTi kan organisaties helpen bij het opstellen van een onderbouwde doelstelling. Op dit moment is het meten volgens de SBTi-voorwaarden vooral interessant als je als organisatie de ambitie hebt om de CO₂-reductie in lijn te hebben met het Klimaatakkoord van Parijs. Met de komst van Handboek 4.0, zullen de richtlijnen van de CO₂-prestatieladder en SBTi steeds meer met elkaar overeenkomen. Dit zal de toegevoegde waarde van het afstemmen van doelstellingen volgens SBTi-richtlijnen verder kunnen vergroten voor organisaties die willen certificeren op de CO₂-prestatieladder.
Het combineren van het SBTi met de CO₂-prestatieladder kan voordelen bieden voor organisaties die hun duurzaamheidsinspanningen willen versterken. SBTi helpt bedrijven om doelen te stellen die wetenschappelijk zijn onderbouwd en in lijn zijn met het Akkoord van Parijs. Door SBTi-doelen te integreren, kunnen bedrijven een duidelijke en strategische routekaart ontwikkelen voor CO₂-reductie op lange termijn. Dit kan helpen om de vereisten van de hogere tredes van de CO₂-prestatieladder te behalen, die zich richten op keten- en sector brede emissiereducties. Verder kan het volgen van SBTi-richtlijnen helpen om te voldoen aan toekomstige regelgeving en rapportagevereisten, zoals de Europese duurzaamheidsrapportagerichtlijn (CSRD).
Conclusie
Met de verwachte publicatie van Handboek 4.0 in 2024, zal de CO₂-prestatieladder meer aandacht besteden aan scope 3-emissies en andere broeikasgassen, en zullen organisaties die willen certificeren op trede 2 of 3 waarschijnlijk verplicht worden om klimaattransitieplannen op te stellen. Deze veranderingen brengen de CO₂-prestatieladder dichter bij de richtlijnen van SBTi, wat de toegevoegde waarde van het combineren van beide systemen verder vergroot.
Door gebruik te maken van zowel de CO₂-prestatieladder als SBTi, kunnen organisaties een robuuste en strategische routekaart ontwikkelen voor CO2-reductie, wat niet alleen bijdraagt aan een positieve reputatie, maar ook helpt bij het voldoen aan toekomstige regelgeving zoals de Europese duurzaamheidsrapportagerichtlijn (CSRD).
Heb je vragen over de implementatie van SBTi in combinatie met de CO₂-prestatieladder? Of over de CO₂-prestatieladder en handboek 4.0? Houdt onze website in de gaten voor het laatste nieuws of neem contact met ons op!